HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HH Reglement april 2023
PDF – 86,7 KB 276 downloads

1. Status

1.1. Dit huishoudelijk reglement is ondergeschikt aan de statuten.

1.2. Dit huishoudelijk reglement vervangt alle voorgaande huishoudelijke reglementen.

1.3. Voor zaken die alle tuinleden aangaan en waarin de statuten en het huishoudelijk reglement niet voorzien beslist de algemene ledenvergadering. Dit besluit wordt vervolgens opgenomen in het huishoudelijk reglement.

1.4. De bepalingen en verordeningen van de Gemeente Leiden zijn ook van kracht op de leden van Tuinvereniging Oostvliet.

2. Lidmaatschap

2.1. Een lid van de Tuinvereniging Oostvliet, hierna te noemen tuinlid, heeft recht op het gebruik van een tuin op het tuincomplex van Tuinvereniging Oostvliet. Een tuinlid heeft stemrecht in de algemene ledenvergadering en betaalt jaarlijks contributie.

2.2. Een tuinlid kan een partner, een ander tuinlid of een eerstegraads familielid schriftelijk machtigen om te stemmen in de algemene ledenvergadering. Deze machtiging moet getoond worden tijdens de algemene ledenvergadering

2.3. Een partner van een tuinlid kan taken vervullen in de vereniging maar heeft geen stemrecht in de algemene ledenvergadering. Minderjarige kinderen mogen geen taken uitvoeren tijdens de tuinbeurten. Een partner kan echter ook lid worden van Tuinvereniging Oostvliet en zo een eigen tuin in gebruik krijgen.

2.4. Een tuinlid dient zijn financiële verplichtingen tegenover Tuinvereniging Oostvliet voor 15 maart van ieder jaar, bij vooruitbetaling te voldoen. De financiële verplichtingen betreffen het gebruik van de tuin, contributies, verzekeringen, exploitatiekosten, het waterverbruik op basis van nacalculatie en nader in de ALV te benoemen bijdragen.

2.5. Een tuinlid is verplicht de contributies van de Leidse Bond van Amateur Tuinders (LBAT) Aanpassen naar LVO zodra die naamswijziging definitief is en de Algemeen Verbond van Volkstuindersverenigingen in Nederland (AVVN) te betalen.

2.6. Tussentijds ingeschreven leden betalen de volle contributie voor een kalenderjaar.

2.7. Elk meerderjarig persoon kan lid worden van Tuinvereniging Oostvliet, tenzij deze persoon geroyeerd is bij een andere tuinvereniging.

2.8. Leden die:
• Zich ernstig misdragen
• Zich schuldig maken aan wanbetaling

• De Tuinvereniging Oostvliet ernstig benadelen

• De statuten en/of reglementen overtreden

• Door het bestuur of de algemene vergadering wettig genomen besluiten niet naleven

• Andere zonder noodzaak hinderen of overlast veroorzaken

• De tuin niet onderhouden zoals redelijkerwijs van een volkstuinder verwacht mag worden

• Niet voldoen aan de verplichting de gemeenschappelijke werkzaamheden te verrichten en/of het overtreden van het bepaalde in het H.H.R kunnen door het bestuur of op voorstel van de algemene vergadering aangegeven worden bij de tuchtcommissie met verzoek tot schorsing c.q. royement.

2.9. Elk tuinlid is verplicht 4x per jaar gemeenschappelijke werkzaamheden te verrichten volgens het schema zoals gepubliceerd voor de start van het tuinseizoen, tenzij zij een ontheffing van het bestuur hebben. Leden van 70 jaar en ouder hebben automatisch een ontheffing. Indien het verplichte aantal werkbeurten niet wordt verricht, wordt aan het einde van het tuinseizoen een boete opgelegd van € 50,- per niet uitgevoerde werkbeurt. Tuinbeurten kunnen niet worden afgekocht en zullen te allen tijde moeten worden uitgevoerd. Ook na het opleggen van een boete van een niet uitgevoerde tuinbeurt dient deze te worden ingehaald.

2.10. Het schema voor de verplichte gemeenschappelijke werkbeurten staan op de website. Indien leden zijn verhinderd kunnen zij hierin vooraf (ten minste 24 uur voor geplande werkbeurt) zelf een verandering aanbrengen dan wel een e-mailtje sturen aan de tuinvereniging.

2.11. Een tuinlid kan in aanmerking komen voor een interne verhuizing. Hij/zij dient dan zich te melden bij het bestuur. Tuinleden die in overleg zijn met het bestuur over (achterstallig) onderhoud van hun tuin of tuinhuis komen echter niet in aanmerking voor een interne verhuizing.

2.12. Personen op de interne verhuislijst hebben voorrang op personen op de kandidaten lijst bij aanbiedingen van tuinen.

2.13. Een tuinlid dat om reden van opheffing diens tuin moet verlaten, wordt bovenaan de interne verhuislijst geplaatst.

2.14. Een persoon kan alleen worden toegelaten tot kandidaat-lid wanneer de huidige woonplaats van deze persoon in de gemeente Leiden is.

2.15. Een kandidaat-lid wordt geacht de statuten en reglementen te kennen en voor akkoord te tekenen voordat de betreffende persoon wordt ingeschreven als kandidaat lid.

2.16. Een kandidaat-lid betaalt een jaarlijkse bijdrage (contributie) en een inschrijfgeld, waarna plaatsing op de wachtlijst volgt. Zolang men geen lid is kan geen tuin worden toegewezen of enig ander recht worden toegekend.

2.17. Kandidaat-leden worden op de wachtlijst geplaatst in volgorde van aanmelding. De wachtlijst wordt niet gepubliceerd. Kandidaatleden kunnen per email hun positie op de wachtlijst opvragen.

2.18. Kandidaat-leden die hun contributie, na twee herinneringen, niet betaald hebben worden van de wachtlijst verwijderd.

2.19. De aanbieding van tuinen wordt minimaal 1 week van tevoren bekend gemaakt. Dan volgt een persoonlijke uitnodiging voor personen op de interne verhuislijst of kandidaat-leden die bovenaan de wachtlijst staan.

2.20. Een kandidaat-lid dat zonder opgaaf van reden aan een oproep geen gehoor heeft gegeven, wordt na twee waarschuwingen onderaan de wachtlijst geplaatst.

2.21. Een kandidaat-lid dat een tuin aanvaardt is de eerstvolgende 12 maanden proef-lid. In deze periode van 1 jaar maakt hij gebruik zonder rechten van de aanvaarde tuin. Na dit jaar kan de proefperiode worden omgezet in een reguliere gebruiksovereenkomst. In uitzonderlijke gevallen kan het bestuur besluiten om de proefperiode eenmalig te verlengen met 1 jaar. Deze verlenging dient het bestuur schriftelijk te verantwoorden tegenover het betreffende proef-lid.

Indien deze proefperiode niet wordt omgezet in een reguliere gebruiksovereenkomst zal de betreffende tuin opnieuw getaxeerd worden en vervolgens aangeboden worden.

2.22. Leden die enige tijd lid zijn geweest van Tuinvereniging Oostvliet kunnen als oud- lid, lid blijven om een functie in Tuinvereniging Oostvliet te blijven of te gaan vervullen, uitgezonderd bestuurlijke functies. Dit oud-lid betaalt contributie en heeft geen stemrecht. De partner van een oud-lid kan eveneens functies, uitgezonderd bestuurlijke functies, blijven of gaan vervullen.

2.23. Op voorstel van het bestuur kan de algemene ledenvergadering een lid of een natuurlijk persoon, dat zich voor het amateur tuinieren in het algemeen en/of voor de Tuinvereniging Oostvliet in het bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt, het predicaat “erelid” verlenen.

3. Algemene verplichtingen en bepalingen

3.1. Een tuinlid moet WA verzekerd zijn.

3.2. Bij vordering van de tuinen en/of gedwongen verplaatsing van het complex door een wettelijke bevoegde instantie hebben de leden geen enkel recht op compensatie respectievelijk vergoeding van Tuinvereniging Oostvliet. Kosten voor eventuele verplaatsing van tuinhuizen, kassen of andere opstallen, zullen door de leden zelf moeten worden gedragen.

3.3. Veranderingen in naam-, adres- en woonplaatsgegevens dienen per direct te worden doorgegeven aan de secretaris van de Tuinvereniging Oostvliet.

3.4. Er mogen aankopen gedaan worden uit naam van Tuinvereniging Oostvliet nadat de penningmeester hiervan in kennis is gesteld, en nadat toestemming is verkregen van de penningmeester bij bedragen tot € 100,- of van het bestuur bij bedragen tot € 1.000,-

3.5. Het is niet toegestaan handel te drijven of een beroep uit te oefenen op het complex.

3.6. Wijzigingen in de statuten en/of het huishoudelijk reglement dienen te worden goedgekeurd door de algemene leden vergadering.

3.7. Indien een lid een ontheffing wil hebben voor een gedeelte van deze reglementen, dan kan dit alleen gebeuren door een afspraak vast te leggen met de voorzitter van de commissie die over het betreffende gedeelte van de reglement gaat.

3.8. De voorzitter van de commissie die een voorlopige afspraak met een tuinlid maakt, dient deze afspraak op de eerstvolgende bestuursvergadering te melden aan het bestuur. Het bestuur dient de voorlopige afspraak goed of af te keuren.

3.9. De voorzitter van de commissie die een afspraak met een tuinlid maakt dient ook te controleren en te rapporteren of de gemaakte afspraak goed wordt nageleefd.

3.10. Een afspraak tussen een tuinlid en een voorzitter van een commissie dient schriftelijke te worden vastgelegd en ingevoegd in het archief nadat het bestuur de afspraak heeft goedgekeurd.

3.11. Publicaties van algemene aard kunnen gedaan worden via de website, , e-mail of een nieuwsbrief.

3.12. Een groep van minimaal 12 tuinleden kunnen schriftelijk het bestuur verzoeken een algemene ledenvergadering uit te schrijven. Het bestuur dient deze algemene ledenvergadering dan binnen 6 weken te houden.

3.13. Het is niet toegestaan honden op het complex of in het clubgebouw los te laten lopen, of honden op het complex uit te laten zonder in het bezit te zijn van materialen om de gedane behoefte af te voeren. De gedane behoefte moet worden opgeruimd.

3.14. Het is niet toegestaan om afval te storten op of rond het complex.

3.15. Het is niet toegestaan om een radio of een ander geluid voortbrengend instrument of apparaat op een geluidsniveau te laten spelen dat hinder veroorzaakt bij omringende tuinleden.

3.16. Het is niet toegestaan brandstofgeneratoren en motorisch aangedreven apparatuur te gebruiken of lawaai te maken op zon- en feestdagen of na 8 uur ’s avonds en voor 10 uur ‘s ochtends.

3.17. Het is niet toegestaan een brandstofgenerator te gebruiken ter vervanging van een permanente elektriciteitsaansluiting. Een brandstofgenerator dient te worden gebruikt als tijdelijke stroomvoorziening.

3.18. Het is niet toegestaan om op de paden harder te rijden dan 10 km per uur.

3.19. Het is niet toegestaan om op de paden te rijden met bromfietsen, snorfietsen en scooters met een verbrandingsmotor. Het is mogelijk om een ontheffing aan te vragen bij het bestuur.

3.20. Fietsen en transportmiddelen en tuin en/of bouwmaterialen dienen in de eigen tuin te worden gestald en mogen niet op het pad worden gezet.

3.21. Transportmiddelen ter beschikking gesteld door de vereniging dienen gelijk na gebruik geretourneerd te worden op de aangewezen plaats.

3.22. Bromfietsen en scooters dienen geparkeerd te worden op het parkeerterrein, gelegen bij het verenigingsgebouw.

3.23. Motoren en auto’s mogen niet verder dan het parkeerterrein.

3.24. Het is niet toegestaan geschreven, geprinte of gedrukte stukken aan te plakken of te verspreiden zonder toestemming van het bestuur.

3.25. Het is niet toegestaan met boten of vlotten in de poldersloten te varen.

3.26. Het is niet toegestaan met planken of andere materialen, al dan niet vast, bruggen over sloten te maken.

3.27. Het is niet toegestaan op het complex te kamperen.

3.28. Bij het niet op tijd doorgeven van uw watermeterstand zal deze door de waterleidingcommissie genoteerd worden, de boete bedraagt €15,-.

3.29 Sluiten brug bij het Bospad buiten het tuinseizoen.

4. Verplichtingen en bepalingen t.a.v. de tuin

4.1. De overeenkomst met betrekking tot het gebruik van een tuin wordt telkens aangegaan voor een periode van 1 jaar en loopt van 1/1 tot en met 31/12 en wordt verlengd zolang de persoon lid is.

4.2. Een tuinlid mag slechts één tuin in gebruik hebben.

4.3. Alleen een tuinlid mag een tuin in gebruik hebben. Het is niet toegestaan een tuin door partner(s) en of familieleden te laten gebruiken.

 

4.4. Leden en hun gezinsleden hebben iedere dag toegang tot hun tuin, kinderen tot 8 jaar onder geleide van een volwassene.

4.5. De tuin en opstallen dienen structureel door het tuinlid zelf en zijn gezin onderhouden te worden.

4.6. Bij het opzeggen van het lidmaatschap kan het bestuur vragen om de tuin in redelijke staat, te beoordelen door de tuincontroleur, terug te brengen. Aan dit verzoek moet binnen 1 maand worden voldaan. Indien niet binnen deze termijn is voldaan het verzoek, zal het bestuur zelf actie ondernemen om de tuin in redelijke staat terug te brengen en de kosten verhalen op het tuinlid.

4.7. Maximaal 25% van het onbebouwde tuinoppervlak mag bestaan uit verharding.

4.8. Op de hellingen van de slootkant is het niet toegestaan bomen of houtgewas te plaatsen.

4.9. Te allen tijden dient een tuinlid ervoor te zorgen dat het pad tot een hoogte van 3 m vrij blijft van overhangende takken van bomen en/of struiken.

4.10. Indien de naaste buren last hebben van een boom van een tuinlid, dan dient dat tuinlid ervoor te zorgen dat deze boom in de eigen tuin wordt gesnoeid zodanig dat de naaste buren daarvan zo min mogelijk overlast hebben, binnen de regels van de gemeentelijke bomenverordening voor wat betreft het snoeien. Voor het kappen van bomen met een omtrek van meer dan 30 centimeter omtrek op een hoogte van 1,30 meter zal altijd eerst een kapvergunning aangevraagd moeten worden.

4.11. Nadat de eigenaar op de hoogte is gesteld, is het toegestaan om overhangende takken boven de eigen tuin af te zagen en vervolgens zelf af te voeren.

4.12. De heg aan het pad mag maximaal 0,70 meter hoog zijn en het pad niet bedekken.

4.13. Het is elk tuinlid toegestaan om op de erfafscheiding tussen twee tuinen 1 schutting te plaatsen van maximaal 1,80 meter breed en 1,80 meter hoog. De schuttingen dienen minimaal 3,60 meter van het hoofdpad en 1 meter van de sloot verwijderd te zijn. Andere schuttingen mogen maximaal 1 meter hoog zijn.

4.14. Rondom het tuinhuis dient de beplanting zo te zijn dat de brandweer het tuinhuis van alle zijden kan benaderen.

4.15. Het is niet toegestaan om een volledig dichte afscheiding op te richten of te laten groeien die het onmogelijk maakt om vanaf het hoofdpad een blik in de tuin te werpen.

4.16. Het is niet toegestaan compost en/of mesthopen te hebben zonder dat deze aan het oog onttrokken zijn, of aan het pad gesitueerd zijn en ze in zo’n staat te beheren dat zij ongedierte aantrekken.

4.17. Het is niet toegestaan om vee te houden op de tuin.
4.18. Het is niet toegestaan katten anders dan in eigen tuin te houden.

4.19 De tuinvereniging bevordert de aanleg van natuurlijke oevers in de gemeenschappelijke gebieden en in de tuinen.

4.20 Het verwijderen van niet-noodzakelijke beschoeiingen.

5. Verplichtingen en bepalingen t.a.v. tuinhuis

5.1. Nachtverblijf op de tuin is niet toegestaan van 1 november tot en met 31 maart. In de periode van 1 april tot en met 31 oktober wordt vergunning tot overnachten automatisch toegestaan wanneer het nachtverblijf voldoet aan de daartoe door de overheid gestelde eisen, onder andere de aanwezigheid van een toilet en stromend water.

5.2. Het is toegestaan om maximaal 21 dagen per jaar het tuinhuis beschikbaar te stellen aan derden. Het tuinlid is verplicht de namen en de duur van het verblijf van derden te melden aan het bestuur.

5.3. Het is niet toegestaan de tuin en/of de opstallen te verhuren.

5.4. Voor het bouwen en onderhouden van het tuinhuis mag alleen gebruik worden gemaakt van deugdelijke materialen.

5.5. Verbouwingen die een tuinhuis vergroten en/of veranderen moeten worden voorgelegd ter goedkeuring aan de bouwcommissie

5.6. Voor de aanvang van ieder bouwproject dient een tuinlid met bouwcommissie te overleggen of een vergunning nodig is.

5.7. Na goedkeuring van de bouwvergunning, moet het betreffende bouwwerk binnen 1 jaar voltooid zijn. In het geval van ernstige redenen kan verlenging te worden aangevraagd.

Bouwvoorschriften t.a.v. tuinhuis, kas en schuur

5.8. Een nieuw te bouwen tuinhuis dient op de plek van het vorige tuinhuis te komen met in achtneming van de volgende regels:

- Minimaal 2 meter van de slootkant.
- Minimaal 1,5 meter uit de erfafscheiding.
- Minimaal 4 meter van het hoofdpad
5.9. De maximale oppervlakte van een tuinhuis bedraagt 29m2buitenwerks gemeten. 5.10. De maximale hoogte van een tuinhuis is 3,45 meter gemeten vanaf de werkvloer.

5.11. Het peil van de werkvloer ligt op 15 cm bij beton of systeemvloer en 30 cm bij houten vloeren. Gemeten boven het maaiveld.

5.12. Het tuinhuis dient minimaal 2 uitgangen te hebben wanneer het tuinhuis groter dan 12m2is

5.13. Het tuinhuis dient voorzien te zijn van een watercloset.

5.14. Het tuinhuis moet deugdelijk aan een fundering worden bevestigd/ verankerd tegen om- of wegwaaien.

5.15. Het maximale oppervlak voor een kas is 40 m2 wanneer er geen tuinhuis op de tuin staat. In het geval er wel een tuinhuis op de tuin staat is het maximale oppervlak voor een kas 12m2. Deze afmetingen buitenwerks gemeten.

5.16. De maximale hoogte van een kas is 2,50 m vanaf het maaiveld

5.17. De kas mag niet vanuit het tuinhuis toegankelijk te zijn door middel van een deur of verbindingssluis.

5.18. De kas moet bekleed zijn met een transparant materiaal.

5.19.Het is toegestaan om in totaal 6m2te bebouwen voor het opslaan van tuinbenodigdheden waarbij deze bebouwing hoger is dan 1 m. Deze bebouwing dient minimaal 1 meter uit de erfafscheiding te staan en vier meter van het hoofdpad.

5.20. De bebouwing voor het opslaan van tuinbenodigdheden mag maximaal 2,50 m hoog zijn.

5.21. Een serre, uitbouw of aanbouw mag over de hele zijde van het tuinhuis worden aangebracht, mits de maximale afmeting van een tuinhuis (29m2buitenwerks gemeten) niet wordt overschreden.

5.22. Een veranda is een open uitbouw aan een tuinhuis die niet meer dan 1,80 m diep mag zijn. Gemeten vanuit de gevel van het tuinhuis

5.23. Een veranda is aan 1 zijde van het tuinhuis toegestaan.

5.24. Een veranda mag dichte zijwanden hebben. Een veranda mag alleen buiten het tuinseizoen (1 november) worden dicht gemaakt ter bescherming van de opstallen. Zodra het tuinseizoen begint (1 april) moet een veranda weer worden opengemaakt.

5.25. Een veranda mag aan de voorkant een borstwering hebben van maximaal 80 cm hoog.

5.26. De hoogte van de kapconstructie van de veranda moet onder die van het tuinhuis blijven.

5.27. Een kist voor het bergen van gasflessen of accu’s mag altijd geplaatst worden. Deze kist mag maximaal 1 meter hoog en 1 meter diep zijn en dient tegen de gevel geplaatst te worden en goed geventileerd te zijn. Gasflessen en accu’s mogen nooit samen in 1 kist worden opgeslagen.

5.28. De maximale hoogte van een speeltoestel is 2,50 m

5.29. Het houden van vee is niet toegestaan dus er zullen geen vergunningen worden afgegeven voor dierenverblijven.

Bouwvoorschriften t.a.v. constructie en opbouw van het tuinhuis

5.30. Het overstek van de dakrand mag maximaal 45 cm zijn aan alle zijden. Dit is gemeten zonder dakgoot.

5.31. Het is toegestaan een pergola te plaatsen met een hoogte van maximaal 3,45 meter en met als doel die te laten begroeien door planten.

5.32. Onder de houten balklaag, betonplaten, betonnen kolommen moet een bodemafsluiting van 10 cm zuiver zand aangebracht worden.

5.33. De fundering mag bestaan uit: een gegoten betonnen fundering, ringbalk, betonnen kolommen, gemetselde fundering, poeren, piepschuim platen of tegels. De fundering mag maximaal 30 cm boven het maaiveld uitkomen.

5.34. Kunststof bouwmateriaal zonder brandveiligheidskeurmerk dient te worden vervangen voordat een tuinhuis wordt verkocht anders worden de kosten voor het vervangen van het kunststof bouwmateriaal afgetrokken van de taxatie waarde.

5.35. Kunststof bouwmateriaal zonder brandveiligheidskeurmerk mogen niet worden (her)gebruikt

Bouwvoorschriften t.a.v. sanitair, gasinstallaties en waterinstallaties

5.36. Een chemisch toilet is niet toegestaan.

5.37. In de wc, douche en keuken moet een ventilatierooster of een openslaand raam zijn aangebracht.

5.38. De afvoer van de geiser moet naar buiten leiden.

5.39. Ten aanzien van milieugevaarlijke stoffen dienen de wettelijke voorschriften te worden opgevolgd.

5.40. De riolering dient te worden aangesloten op het hoofdriool. 5.41. Het plaatsen van een ontstoppingsstuk is verplicht in het riool. 5.42. Te gebruiken diameter van rioolpijp:

Afvoer naar hoofdriool: 125 mm
Afvoer naar toilet: 110 mm
Afvoer naar douche/gootsteen: 40 mm
Ontluchtingsstandpijp: 40 mm en moet boven de dakgoot uitsteken

5.43. Na controle van de bouwcommissie en verkregen toestemming van de Dienst Milieu en Beheer van de gemeente Leiden mag de rioolsleuf worden dichtgemaakt

5.44. Het tuinhuis dient een aansluiting op het waterleidingnet te hebben. De leidingen dienen van 12, 15 of 22 mm diameter te zijn van een materiaal met een keurmerk. Tevens dient men minstens 2 aftappers te plaatsen.

5.45. De gasleidingen dienen van 10, 12 of 15 mm te zijn van een materiaal met een Gaskeur keurmerk. Deze dient gesoldeerd, gekneld of geperst te zijn.

5.46. De gasleidingen dienen deugdelijk gezadeld te zijn.

5.47. Elke gasverbruiker (koelkast, geiser, etc.) dient voorzien te zijn van een afsluiter gemonteerd op een muurplaat. De afstand tussen gasverbruiker en afsluiter mag maximaal 1 m bedragen en dient uitgevoerd te worden met propaanslang, geperste of wormschroefklem dient als afsluiting.

5.48. Tussen een gasafsluiter en de gasfles dient een verbinding gemaakt te zijn door middel van een propaanslang met een maximale lengte van 1 meter. Is de lengte langer dan 1 m dan dient er een 6-kants persing doormiddel van een persbus te geschieden.

5.49. Een propaanslang mag niet ouder zijn dan 3 jaar ten opzichte van de productie datum, vermeld op de slang.

5.50. Alle aansluitingen aan een propaanslang dienen geklemd of geperst te worden. 5.51. Een drukregelaar ouder dan 10 jaar dient zo snel mogelijk vervangen te worden.

5.52. Een drukregelaar dient een afblaasveiligheid te hebben.
5.53. Butaan- en propaanflessen dienen buiten geplaatst te worden.

5.54. Het is ten strengste verboden om niet goedgekeurde gasverbruikers te gebruiken.

5.55. Gasflessen en accu’s dienen gescheiden en goed geventileerd te worden opgeborgen. Gasflessen en accu’s mogen nooit samen in 1 kist worden opgeslagen.

5.56. Als een tuinhuis wordt getaxeerd op waarde €0,- moet de koper binnen een door het bestuur gestelde termijn het tuinhuis afbreken en afvoeren. Ook moeten tekeningen voor het nieuw te bouwen huis binnen gestelde termijn worden ingeleverd bij de bouwcommissie. De gestelde termijn wordt bepaald in overleg met de bouwcommissie en het bestuur.

6. Organisatie

6.1. Het dagelijks bestuur bestaat uit:

• Voorzitter
• Penningmeester
• Secretaris

6.2. De volgende commissies zijn er binnen de vereniging: • In/Verkoopcommissie

• Activiteitencommissie
• Bouwcommissie

• Onderhoudscommissie • Kascontrolecommissie • Tuchtcommissie

6.3. De kascontrolecommissie en tuchtcommissie zijn slapende commissies. Deze worden alleen geactiveerd wanneer ze nodig zijn. Zoals het uitvoeren van de kascontrole of het in behandeling nemen van een tuchtrechtklacht. Deze slapende commissies nemen ook geen deel aan het bestuur van de vereniging omdat ze onafhankelijk moeten kunnen oordelen over het bestuur.

6.4. Het bestuur bestaat uit het dagelijks bestuur aangevuld met de voorzitter van elke commissie, uitgezonderd de slapende commissies. Hierdoor komt het bestuur te bestaan uit 7 personen.

6.5. Het bestuur mag geen leden hebben die eerste- of tweedegraads familie zijn.

6.6. De leden van de kascommissie en de tuchtrechtcommissie mogen geen eerste- of tweedegraads familie van 1 van de bestuursleden zijn.

6.7. Elke commissie bestaat uit minimaal 3 personen.

6.8. Elke commissie behalve de kascommissie en de tuchtrechtcommissie schrijft een beleidsplan voor minimaal 1 jaar. Dit plan moet elk jaar worden goedgekeurd door het bestuur en vervolgens gepubliceerd.

6.9. De commissies zijn faciliterend aan elkaar.

6.10. De voorzitter van een commissie zorgt ervoor dat de commissie goed bereikbaar is voor de leden.

6.11. De voorzitter van een commissie bepaalt in overleg met het bestuur de personele bezetting van zijn commissie.

6.12. Om te zorgen voor continuïteit in het bestuur worden de leden van het bestuur en de slapende commissies volgens onderstaand schema cyclisch gekozen voor een periode van 3 jaar in de algemene ledenvergadering:

  • Jaar 1: Algemeen voorzitter, Voorzitter Activiteitencommissie, Tuchtcommissie voorzitter, Kascontrolecommissie lid 1
  • Jaar 2: Secretaris, Voorzitter Bouwcommissie, Tuchtcommissie lid 1, Kascontrolecommissie lid 2
  • Jaar 3: Penningmeester, Voorzitter Onderhoudscommissie, In/Verkoopcommissie, Tuchtcommissie lid 2

Zij kunnen worden herkozen.
6.13. De leden van het bestuur kunnen maar 1 functie binnen het bestuur te vervullen.

Dagelijks bestuur:

Voorzitter:
6.14. De voorzitter zit de bestuurs- en de algemene ledenvergaderingen voor en zorgt dat

deze ordentelijk verlopen.
6.15. De voorzitter draagt zorg voor de goede bereikbaarheid van het dagelijks bestuur.

6.16. De voorzitter draagt zorg voor de sociale contacten binnen en buiten de tuinvereniging.

6.17. De voorzitter draagt zorg voor de EHBO en BHV-voorzieningen. Secretaris:

6.18. Secretaris voert de correspondentie van het dagelijks bestuur, waarvan hij de afschriften archiveert. De secretaris geeft aan het bestuur kennis van de ingekomen stukken, vooraf aan het dagelijks bestuur. Hij verzorgt het archief, de ledenadministratie, de wachtlijst van kandidaat-leden, het doorgeven van ledenmutaties en alle daaraan verbonden werkzaamheden.

Penningmeester:

6.19. De penningmeester is verantwoordelijk voor de begroting.

6.20. De penningmeester beheert de kas van de vereniging.

6.21. De penningmeester presenteert in de voorjaars-algemene ledenvergadering de jaarstukken.

6.22. De penningmeester legt in de najaars-algemene ledenvergadering de begroting voor ter goedkeuring.

6.23. De penningmeester publiceert de beslissingen i.v.m. uitgaven die niet op de begroting stonden of die veel hoger zijn uitgevallen dan begroot.

6.24. De penningmeester draagt zorg voor de begrotingen van de commissies en controleert deze.

6.25. De penningmeester geeft jaarlijks inzage in de stukken aan de kascontrolecommissie.

In/verkoopcommissie:

6.26. De voorzitter draagt zorg voor de prijslijsten, de roosters, de aanwezigheid van de benodigde diploma’s.

6.27. De voorzitter van de in/verkoopcommissie coördineert de in en verkoop en draagt zorg voor het goede beheer van de kantine en de winkel.

Activiteitencommissie:

6.28. De voorzitter van activiteitencommissie draagt er zorg voor dat zijn commissie vrijwilligers werft voor het organiseren van activiteiten en evenementen.

6.29. De activiteitencommissie draagt zorg voor de organisatie van festiviteiten. 6.30. De activiteitencommissie draagt zorg voor de kinderclub.

6.31. De activiteitencommissie organiseert activiteiten rond het clubhuis voor zowel leden als niet-leden.

6.32. De activiteitencommissie draagt zorg voor de website van de vereniging.

6.33. De activiteitencommissie draagt zorg voor de redactie van de Oostvlietkoerier

6.34. De activiteitencommissie draagt zorg voor de PR van de vereniging. Bouwcommissie

6.35. De bouwcommissie dient bouwaanvragen van leden te begeleiden.
6.36. De bouwcommissie dient tuinhuizen die worden aangeboden voor verkoop te taxeren.

6.37. De bouwcommissie dient het verkoopproces van tuinhuizen te begeleiden. Onderhoudscommissie

6.38. De onderhoudscommissie dient de algemene buitenruimtes, zoals het parkeerterrein, paden, perken en het slingerhofje, van de tuinvereniging te onderhouden.

6.39. De onderhoudscommissie dient de gebouwen en opstallen van de tuinvereniging te onderhouden.

6.40. De onderhoudscommissie dient het waterleidingnet te onderhouden.

6.41. De onderhoudscommissie dient er voor zorg te dragen dat de leden hun verplichte tuinbeurten nuttig kunnen uitvoeren.

6.42. De onderhoudscommissie dient ervoor zorg te dragen dat het algemene afval deugdelijk en tijdig wordt afgevoerd.

6.43. De onderhoudscommissie stelt het schema op voor de verplichte werkbeurten en publiceert dit schema voor de start van het tuinseizoen.

6.44. De onderhoudscommissie dient de tuinen van de leden te controleren. Kascontrolecommissie

De kascontrolecommissie heeft als doel om namens de leden het financiële beleid van het bestuur te controleren en zo mogelijk goed te keuren. Voor de regels aangaande de kascontrolecommissie wordt verwezen naar het document “Reglementen ten aanzien van kascontrole en tuchtrecht van Tuinvereniging Oostvliet”.

Tuchtcommissie

De tuchtcommissie heeft als doel om uitspraak te doen in conflicten tussen leden of leden en het bestuur. Voor de regels aangaande de tuchtcommissie wordt verwezen naar het document “Reglementen ten aanzien van kascontrole en tuchtrecht van Tuinvereniging Oostvliet”.